Zet de linzen een uurtje te weken in tweemaal zoveel water.
Breng ze aan de kook in het weekwater en laat ze 20 à 30 minuutjes op een zeer zacht vuurtje gaarkoken. Zet ze van het vuur en laat ze nog wat nagaren.
Snijd de rooktofu in kleine dobbelsteentjes (kleiner dan 1/2 cm).
Bak ze lichtjes op in wat olijfolie en giet er op het einde van de baktijd shoyu over.
Hak de sjalot of ui en de peterselie fijn.
Meng de gebakken tofu en gehakte sjalot en peterselie onder de linzen. Breng ze op smaak met peper en zout, 1 eetlepel olijfolie, 1 eetlepel balsamicoazijn, za-atar en een beetje currypoeder.
Neem een uitsteekvorm, plaats die midden op een bord. Schep er 2 eetlepels van het mengsel in en druk goed aan.
Haal de vorm van het timbaaltje en herhaal dit bij de andere borden.